Eindexamentips
Algemeen.
Het enige dat je zeker kunt verwachten op het examen is dat je iets voor je neus krijgt wat je nog nooit eerder in deze vorm of op deze manier hebt gezien of gehad. Vertrouw er op dat je de afgelopen jaren toch voldoende hebt geleerd om de opgave te kunnen maken, ze gaan je immers echt niet iets vragen wat je niet zou kunnen.
-
Begin altijd met het verzamelen en ordenen van de gegevens. Schrijf ook eventuele formules op met daarbij de betekenis van de variabelen (letters in de formule) met de bijbehorende eenheden.
Voorbeeld: K=0.24t+250
K: kosten in duizenden euro's
t: tijd in kwartierenAls je alles zo opschrijft ben je je beter bewust van de betekenis van wat je aan het doen bent. Wordt bijvoorbeeld gevraagd naar de kosten bij 3 uur, dan weet je in dit geval dat je die tijd eerst moet omrekenen naar kwartieren om te bepalen welk getal je moet invullen voor t.
3 uur=3x4 kwartier = 12 kwartier, dus vul je in t=12.
-
Maak een schets of ander "plaatje" bij de situatie als dat kan. Ook al staat er al een tekening bij de opgave. Net als bij de vorige tip beschermt dit je tegen het gevoel van machteloosheid dat soms de overhand krijgt bij het lezen van een opgave. Een "actie" is de beste remedie hiertegen en gegevens verzamelen, ordenen en een schets of plaatje maken is iets wat je altijd kunt doen.
Tijdens het maken van de schets/het plaatje, krijg je meer inzicht in de situatie en kom je misschien al op een idee voor een eerste stap.
-
Wiskunde gaat beter en gemakkelijker als je alles doet in "kleine stapjes" en deze stapjes ook opschrijft. Niet alleen omdat je voor elke goede stap punten kunt scoren, maar ook omdat je zo:
- zelf beter overzicht houdt op wat je aan het doen bent.
- in je hoofd zoveel mogelijk ruimte creƫert voor het bedenken van een volgende stap.
- vanuit een klein stapje bijna vanzelf de volgende stap vindt.
- eerder "ziet" of het klopt wat je aan het bedenken bent.
(Als een leerling bij mij een "foute stap" opnoemt, laat ik hem/haar deze stap opschrijven en bijna altijd constateert de leerling dan zelf dat het niet goed is.)
-
Zorg ervoor dat je voldoende "juiste" slaap krijgt. Uit onderzoek naar de invloed van slaap op de werking van je geheugen is gebleken dat de "diepe" slaap een positief effect heeft op het opslaan van bijvoorbeeld Engelse woordjes en de "lichte" slaap op het leggen van verbanden en andere zaken die je bij wiskunde nodig hebt. Een 'hazenslaapje' overdag is dus goed voor je wiskunde-prestaties. (Natuurlijk niet doen als je op tijd wakker moet zijn voor je examen!)
- Wiskunde is een doe-vak. Als iemand die nog nooit heeft gefietst, alle theorie en uitleg over de fiets en het fietsen van voor tot achter beheerst en hij stapt, uiteraard in de volle overtuiging dat hij nu precies weet hoe hij moet fietsen, op de fiets, zal hij ongetwijfeld snel op de grond liggen. Het echte fietsen leer je uiteindelijjk toch alleen door het te doen. Dit geldt ook voor wiskunde. De beste voorbereiding is het maken van zoveel mogelijk oude examens.
Een handig overzicht met beknopte, duidelijke informatie over wanneer en hoe je de grafische rekenmachine kunt gebruiken kun je vinden op:
http://www.getalenruimte.epn.nl/.....d_leerling.htm
Succes!
Inge van der Heijden.